De voorbereiding

Voor kinderen is opname in een ziekenhuis vaak spannend en ingrijpend. Ze weten niet wat hen te wachten staat en kunnen bang zijn voor pijn. Als een kind goed voorbereid is, geeft dit een gevoel van controle. Ook helpt het bij de verwerking achteraf en verloopt de genezing sneller. Als ouder speel je hierin een cruciale rol. Jij kent je kind het allerbeste, en weet hoe je moet reageren wanneer hij of zij angstig is.

Wanneer jij niet precies weet wat er gaat gebeuren – of zelf gespannen bent – is het zinvol om een afspraak te maken met een medisch pedagogisch zorgverlener van de afdeling pedagogische zorg de ziekenhuis. Deze heeft veel ervaring met het voorbereiden van kinderen op medische ingrepen, en heeft het voorbereidingsmateriaal aangepast op leeftijd.

Algemene tips voor ouders met betrekking tot de voorbereiding

 

  • Neem de tijd om dingen met je kind te bespreken.
  • Vraag wat je kind al weet en wat hij nog wil weten.
  • Houd rekening met het tijdsbesef van je kind (voor sommige kinderen is het fijn om kort van tevoren voorbereid te worden, andere kinderen hebben juist meer verwerkingstijd nodig).
  • Bereid je kind niet vlak voor het slapen gaan voor.
  • Wees eerlijk. Draai er niet omheen, maar maak het ook niet zwaarder.
  • Benoem alleen wat je kind bewust mee gaat maken.
  • Gebruik materialen om het verhaal te ondersteunen (doktersspullen, boeken, folders, apps, betrouwbare informatie van internet)
  • Maak eventueel een plan over hoe je kind ondersteund kan worden tijdens een onderzoek of behandeling. Vertel hem wat hij kan doen tijdens de medische handeling, en vraag wat je kind van jou verlangt.
  • Maak uitvoerbare afspraken met je kind en bespreek gemaakte afspraken vooraf met het medisch personeel.
  • Lees de folder ‘Positief taalgebruik’. Zo kun je je kind helpen tijdens een ingreep, zoals bloedafname, een vaccinatie of het inbrengen van een infuus.

Voor alle kinderen van 0-18 jaar is voorbereiding belangrijk. In alle gevallen is het belangrijk dat de ouder ontspannen is en zelfverzekerd. De kleinste kinderen bereid je voor door op het moment zelf te vertellen wat er gebeurt. Bij peuters en kleuters maak je gebruik van herkenning van materialen, en vanaf de basisschool ga je de stappen concreet bespreken en visualiseren. Voor tieners is daarnaast betrouwbare informatie die op internet te vinden is, nuttig. Besef dat ook voor de tiener een ziekenhuisopname ingrijpend is. Praat met hem, en vraag welke ondersteuning van jou hij fijn vindt.

Meerdere ziekenhuizen (zoals het Wilhelmina Kinderziekenhuis, Jeroen Bosch Ziekenhuis en Emma Kinderziekenhuis) hebben een speciale kinderwebsite. Hier kunnen kinderen op hun eigen niveau al veel informatie krijgen.

Deze tekst is tot stand gekomen in samenwerking met het Pedagogisch Medewerkersteam Rijnstate Arnhem en de Vakgroep Medisch Pedagogische Zorg in het ziekenhuis.

Opgenomen worden

 

Voor alle kinderen is een opname in het ziekenhuis ingrijpend, zelfs voor baby’s. Zij kunnen volledig uit balans raken. Ook kinderen die thuis makkelijk en meegaand zijn, gedragen zich in het ziekenhuis soms heel anders. Dit kan verschillende oorzaken hebben: ze zijn bang voor pijn, de vreemde omgeving maakt hen angstig, of ze zijn van streek omdat ze van hun ouders gescheiden worden. Daarom is het het beste als ouders hun kinderen niet alleen achterlaten, maar bij hen in het ziekenhuis blijven. De meeste kinderen zijn dan minder angstig, en beter in staat om alle gebeurtenissen te doorstaan.

Rooming-in

In bijna alle ziekenhuizen kunnen ouders bij hun kind blijven slapen. Dit wordt rooming-in genoemd. Verwacht geen hotelachtige accommodatie; veelal wordt voor de nacht een vouwbed naast het bed van het kind gezet. Blijven slapen kost de ouders niets. Voor maaltijden, koffie, thee en frisdranken moeten zij gewoonlijk wel betalen. Meestal moeten ouders wel aangeven dat ze willen blijven slapen.

Meehelpen

In veel ziekenhuizen verzorgen ouders hun kind zoveel mogelijk zelf. Daarnaast krijgen ouders regelmatig de gelegenheid om te helpen bij de verpleging van hun kind. Dit gebeurt onder toezicht van een kinderverpleegkundige. Pas als ouders zich zeker voelen, voeren zij bepaalde taken zelf uit. Deze vorm van ouderparticipatie draagt ertoe bij dat een kind zich ‘veilig’ voelt. Bovendien kan een kind vaak eerder naar huis wanneer zijn ouders er blijk van geven de zorg alleen aan te kunnen. Omdat ouders hun kind goed kennen, zijn zij vaak de eersten die merken dat er iets niet in orde is. Aarzel niet om de verpleegkundigen in te lichten als je denkt dat je kind pijn heeft, of naar jouw idee ‘vreemd’ reageert.

Wensen

Ouders moeten soms zelf het initiatief nemen als ze in het ziekenhuis willen blijven en hun kind willen verzorgen. Die mogelijkheid wordt niet altijd als vanzelfsprekend aangeboden. Als jij inderdaad bij je kind blijft, bespreek dan met de kinderverpleegkundigen wat zij van je verwachten, en vertel hun ook wat jouw eigen wensen zijn. Wanneer er naar jouw mening iets niet goed loopt, kun je dit het beste met de direct betrokkenen bespreken. Veel ziekenhuizen hebben een klachtenbemiddelaar in dienst die jou daarbij kan adviseren. Komen jullie er samen niet uit, dan kun je je wenden tot de klachtencommissie die er volgens de wet in elk ziekenhuis moet zijn. En ben je juist erg tevreden? Laat het dan ook weten. Daarnaast kan je altijd contact opnemen met ons voor advies via info@kindenziekenhuis.nl of 085 020 12 65

Meebeslissen

 

Wie beslist er eigenlijk wat het beste voor je kind is als hij ziek is? Moet er rekening worden gehouden met jullie mening? Dit is vastgelegd in een speciale wet, de WGBO, waarin dat allemaal wordt geregeld. In die wet staat dat je kind altijd recht heeft op INFORMATIE en dat de dokter voor elk onderzoek en voor elke behandeling TOESTEMMING moet vragen. Of alleen je als ouders toestemming moeten geven, jullie samen of alleen je kind hangt van zijn leeftijd af. Op de site www.jadokterneedokter.nl kan je kind lezen wat zijn rechten zijn als patiënt.

De narcose

Een kind dat onder narcose moet, is vaak minder bang als zijn vader of moeder erbij is op het moment dat hij in slaap wordt gebracht. Kies daarom voor een ziekenhuis waar dit mogelijk is. Bij bijna ieder ziekenhuizen mag dit als het een geplande opname betreft waarbij het zeker is dat het kind nuchter is. Toch is het bij een spoedopname net zo belangrijk om bij je kind te zijn als hij onder narcose gaat. Helaas biedt niet ieder Nederlandse ziekenhuis deze mogelijkheid, maar sta er op dat je toch mee mag. Ga na hoe het in ziekenhuizen bij jullie in de buurt is geregeld, ook als er geen sprake is van een spoedopname. Let bij de keuze van een ziekenhuis ook op de mogelijkheid om als ouder aanwezig te zijn in de uitslaapkamer, waar je kind vlak na de operatie verblijft. Kinderen zijn vaak verward als ze bijkomen uit de narcose; ze raken minder in paniek als hun vader of moeder dan naast hen zit.

Spreekuur anesthesioloog

Kies waar mogelijk voor een ziekenhuis waar het standaardprocedure is dat ouders en kind voorafgaand aan de operatie met de anesthesioloog (/anathesiemedewerker) praten. Dit bezoek vindt plaats vóór de dag van opname of operatie. Veel ziekenhuizen hebben hiervoor een speciaal anesthesiespreekuur (Preoperatief Spreekuur, POS).  Een bezoek aan de anesthesioloog dient drie doelen:

  • Het kind wordt door de anesthesioloog onderzocht.
  • Je krijgt informatie en kunt vragen stellen over bijvoorbeeld de vorm van anesthesie die zal worden toegepast, het nuchter zijn, en de pijnbestrijding na de ingreep.
  • De anesthesioloog zal tijdens de afspraak toestemming vragen voor de anesthesie, conform de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO).

Kinderafdeling

 

In sommige ziekenhuizen worden kinderen verpleegd op een afdeling waar ook volwassenen liggen. Een ziekenhuis waar kinderen worden verpleegd op een kinderafdeling heeft echter altijd de voorkeur. Hier werken verpleegkundigen die een gespecialiseerde opleiding tot kinderverpleegkundige hebben gevolgd, en de voorzieningen zijn meer op kinderen afgestemd dan op afdelingen waar ook volwassenen worden verpleegd.

Adolescenten

Kies voor jongeren van 14 tot en met 18 jaar bij voorkeur voor een ziekenhuis waarvan de kinderafdeling een speciale eenheid voor adolescenten heeft – zij voelen zich daar beter thuis dan tussen kleine kinderen of volwassenen.

 

Dagbehandeling

 

Als een kind maar enkele uren tot een dag in het ziekenhuis hoeft te blijven, spreken we van een dagbehandeling. Ook bij een dagbehandeling is het belangrijk dat je kiest voor een ziekenhuis waar de zorg op kinderen is afgestemd. Dat kan een ziekenhuis zijn met een afdeling dagbehandeling speciaal voor kinderen, of met een speciale ruimte voor dagbehandeling op de kinderafdeling. Of juist omgekeerd: een speciale ruimte voor kinderen op de algemene afdeling voor dagbehandeling. In dat laatste geval is het wel een voorwaarde dat kinderen worden verpleegd door een kinderverpleegkundige.

Let er hoe dan ook op dat het ziekenhuis ook een kinderafdeling heeft; dit voor het geval je kind alsnog een nachtje moet blijven. Anders loop je kans dat hij tussen de volwassen patiënten komt te liggen, of naar een andere locatie van het ziekenhuis gebracht moet worden.

Reacties

 

Sommige kinderen gedragen zich in het ziekenhuis boos en afwijzend tegenover hun ouders. Denk vooral niet dat het beter is om weg te blijven als jouw kind zo reageert. Het is een vorm van protest. Kinderen die hun emoties uiten, zijn naderhand vaak minder van slag dan kinderen die alles zonder protest ondergaan. Na een ziekenhuisopname kunnen kinderen behoorlijk lastig zijn. Dit komt niet doordat zij in het ziekenhuis in het middelpunt van de belangstelling stonden, maar doordat ze zich onzeker voelen. Ze hebben immers ervaren dat hun leventje van de ene op de andere dag veranderde, en dat geen vader of moeder dit kon voorkomen. Veel kinderen hebben de eerste weken na een ziekenhuisopname slaapproblemen. Stel je kind gerust als hij ’s nachts wakker wordt, en wees niet te bang om hem te verwennen. Als een kind weer het vertrouwen heeft dat er niet elk moment iets naars kan gebeuren, lossen de problemen zich meestal vanzelf op.

Weer thuis

 

Als je kind na een opname in het ziekenhuis naar huis komt, heeft hij vaak voor een bepaalde periode bijzondere aandacht nodig. Niet alleen moet hij in veel gevallen nog lichamelijk herstellen, ook kost het tijd om het gewone ritme te komen en geestelijk alles te verwerken. Dat kan soms wel een paar maanden duren.

Onderzoek laat zien dat een groot deel van zowel kinderen als hun ouders na ontslag uit het ziekenhuis chronische traumatische stress ontwikkelt. Op de site www.nahetziekenhuis.nl staat beschreven hoe je die medisch traumatische stress herkent en begrijpt, en hoe je ermee om kunt gaan.

Welke reacties kan ik verwachten?

 

Hoe de reacties zijn, hangt af van de aard van het kind, de leeftijd en de ervaringen die het in het ziekenhuis heeft opgedaan. Vooral de wijze waarop het in het ziekenhuis is begeleid, speelt een grote rol. Een kind dat zich in het ziekenhuis betrekkelijk veilig heeft gevoeld doordat zijn ouders daar bij hem waren, heeft in het algemeen minder problemen als het weer thuis is, dan een kind dat zijn ouders heeft gemist.

 

Jonge kinderen

 

Sommige kinderen zijn prikkelbaar, rusteloos of erg in zichzelf gekeerd. Ook komt het nogal eens voor dat kinderen niet in slaap willen vallen of angstige dromen hebben. Er zijn kinderen die terugvallen in hun ontwikkeling. Zij gaan weer duimzuigen, bedplassen, willen steeds gedragen worden of willen aangekleed worden. Een enkel kind gaat ineens stotteren of krijgt een zenuwtrekje. Peuters en kleuters kunnen niet begrijpen dat hun ouders de opname in het ziekenhuis niet hebben voorkomen. Zij voelen zich in de steek gelaten en reageren daarop vaak verdrietig en boos. Dat kan het geval zijn als het kind nog in het ziekenhuis ligt, het kan zich ook voordoen als het weer thuis is. Het kind is bang dat iets dergelijks elk moment opnieuw kan gebeuren.

 

Oudere kinderen

 

Kinderen die al wat ouder zijn, beleven een ziekenhuisopname iets anders dan jongere kinderen. Toch moet er rekening mee worden gehouden dat zij door hun ziek-zijn kunnen terugvallen in een vroegere fase van ontwikkeling. Sommige van hun reacties kunnen dan veel overeenkomst vertonen met die van jongere kinderen. Soms wordt ervan uitgegaan dat het gescheiden worden van de ouders bij al wat oudere kinderen minder ingrijpend is dan bij jongere kinderen. Daarbij wordt over het hoofd gezien dat een ziek kind zo’n grote verandering doormaakt, dat het niet meer mag worden vergeleken met een gezond kind. Het gescheiden zijn van de ouders hoeft niet altijd, maar kan vaak ook bij de wat oudere kinderen wel degelijk de oorzaak zijn van ontreddering.

 

Gevoel van veiligheid

 

Bij de meeste kinderen verdwijnen de verschijnselen na enige tijd vanzelf. Kinderen bij wie dat niet het geval is, zijn er het meest bij gebaat als de ouders proberen hun kind weer een gevoel van veiligheid en geborgenheid terug te geven. Dat is niet altijd eenvoudig. In veel gevallen hebben de ouders zelf ook nogal wat achter de rug. Hun kind in het ziekenhuis was zielig en vertederend, wanneer het dan thuiskomt als een onhandelbaar kind, is dat een teleurstelling. En soms denken ouders dat het kind in het ziekenhuis is verwend door het vele bezoek, de aandacht die het kreeg en alle cadeautjes waarmee het werd bedacht. Ouders kunnen dan het idee krijgen dat het kind ‘weer in het gareel moet worden gebracht’ en ‘stevig moet worden aangepakt’, zoals dat heet. Een dergelijke benadering maakt de problemen echter alleen maar erger. Wat een kind na thuiskomst uit het ziekenhuis nodig heeft, zijn aandacht en warmte, kortom: alles wat het een gevoel van veiligheid en geborgenheid geeft. Dat wil niet zeggen dat er geen grenzen zijn, maar deze mogen gegeven de omstandigheden wel wat worden verlegd. Van de ouders wordt vooral ook veel geduld gevraagd.

 

Enkele adviezen

 

  • Blijf de eerste tijd zoveel mogelijk thuis.
  • Ga niet onverwacht weg. Regel als je toch wegmoet, een oppas die je kind goed kent.
  • Ga de eerste keren weer mee naar de peuterspeelzaal, het dagverblijf, de crêche of de kleuterschool.
  • Ga niet direct met vakantie en stel een geplande vakantie, indien mogelijk, even uit. Sommige kinderen hebben er vlak na een verblijf in het ziekenhuis moeite mee zich in een andere omgeving dan die van thuis prettig te voelen.
  • Als je kind agressief is tegen andere kinderen, laat het dan duidelijk merken dat dat niet wordt geaccepteerd. Leg aan de ouders van de andere kinderen uit waarom het kind zo reageert.
  • Zorg voor speelgoed dat kapot mag gaan. Een dokterssetje, verkleedkleren en allerlei andere materialen om ‘ziekenhuisje’ mee te spelen, helpen het kind om zijn ervaringen te verwerken.
  • Probeer, zonder dat te forceren, je kind over het ziekenhuis en zijn ervaringen aan het praten te krijgen.
  • Neem je kind lekker bij je in bed als het daar behoefte aan heeft. Na een paar nachten kun je het dan weer in zijn eigen bed proberen te laten slapen.
  • Het kan zijn dat je kind er in het ziekenhuis zo aan gewend is geraakt dat je naast hem sliep, dat het dat thuis ook wil. Daar is niets tegen. Leg eventueel een matrasje op de grond naast je bed. Na een paar dagen kan je kind weer in zijn eigen bed slapen, bijvoorbeeld met de belofte dat het weer op je kamer mag komen liggen als het ‘s nachts (angstig) wakker wordt. Het open laten van de deur van je slaapkamer en het laten branden van een klein lichtje kunnen ook geruststellend zijn.
  • Je hoeft niet bang te zijn dat deze zaken het kind niet meer ‘af te leren’ zouden zijn. Kinderen willen graag ‘groot’ zijn en als zij de situatie om hen heen weer als normaal gaan ervaren, zullen zij zich weer daarnaar gaan gedragen.